In een recente zaak ging het om de vraag of alle erfgenamen verantwoordelijk zijn voor de huurachterstand die is ontstaan vanaf het moment dat de huurovereenkomst is geëindigd. De rechtbank oordeelt dat dit afhankelijk is of de huurovereenkomst krachtens enig recht of wet is voortgezet. In deze zaak is de huurovereenkomst niet voortgezet, maar heeft een van de erfgenamen de woning na het overlijden van zijn vader gewoon betrokken. De vraagt rijst vervolgens wanneer de huurovereenkomst eindigt indien de huurder komt te overlijden. Een vervolgvraag is dan of alle erfgenamen verantwoordelijk zijn voor de schulden van de overleden huurder en zo ja, voor welk deel.
Feiten
De vader van erfgenamen huurt een woning van eiser. In 2019 overlijdt de vader van erfgenamen. Op grond van artikel 7:268 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek eindigt de huurovereenkomst aan het einde van de tweede maand na het overlijden van de huurder. Afhankelijk van de betaalvoorwaarden ontstaat er dan één of twee maanden huurachterstand die door de erfgenamen betaald dient te worden. Ongeacht het type huurcontract eindigt de huurovereenkomst dus aan het einde van de tweede maand na het overlijden van de huurder. In deze zaak waren er geen ingeschreven medebewoners. Er zijn dus geen personen die krachtens enig recht of de wet de huurovereenkomst kunnen voortzetten.
Een van de erfgenamen heeft na het overlijden van zijn vader de woning betrokken. De woning is op het moment dat de huurovereenkomst overeenkomstig de wet zou eindigen niet ter beschikking gesteld aan verhuurder. De woning is uiteindelijk op 2 juni 2020 ontruimd en alsnog ter beschikking gesteld aan verhuurder.
De desbetreffende erfgename heeft in de periode dat hij de woning heeft betrokken na het overlijden van zijn vader de huur niet voldaan. Verhuurder vordert de betaling van de huur in deze zaak van alle gedagvaarde erfgenamen tot het moment van ontruiming en ter beschikking stelling.
Beoordeling
Op grond van artikel 4:182 van het Burgerlijk Wetboek volgen de erfgenamen van de erflater hem van rechtswege op in zijn rechten en in zijn bezit en houderschap. Ook worden de erfgenamen schuldenaar van de schulden van de erflater die niet met zijn dood teniet zijn gegaan.
In deze zaak zijn de erfgenamen op basis van het voorgaande verantwoordelijk voor de betaling van de huur tot het moment van beëindiging van de huurovereenkomst. De erfgenamen zullen dus de huur moeten betalen tot het einde van de tweede maand na het overlijden van de erflater.
Voor de periode vanaf het moment dat de huurovereenkomst is geëindigd -dus vanaf het begin van de derde maand- tot het moment dat de woning is ontruimd en ter beschikking gesteld aan verhuurder, heeft alleen de zoon die de woning heeft betrokken na het overlijden van zijn vader een betalingsverplichting. Deze zoon heeft namelijk de huurovereenkomst niet krachtens enig recht of wet voortgezet waardoor hij zonder daar recht op te hebben in de woning heeft verbleven. Aangezien de huurovereenkomst is geëindigd, zijn daardoor de overige erfgenamen vanaf dat moment ontslagen van hun betalingsverplichting jegens eiser. De huur voor deze periode komt dus alleen voor rekening van de zoon die de woning had betrokken.
In geval van vragen neem gerust contact met ons op.
Over de auteur
Nurlan Agayev
LLM