In deze zaak gaat het om de vraag wat de gevolgen zijn van het achterhouden van informatie bij de verkoop van de woning. De verkoper heeft zijn mededelingsplicht heeft geschonden. Naar het oordeel van de rechtbank was deze informatie zo relevant dat de koper de koopovereenkomst niet, althans niet onder dezelfde voorwaarden, zou hebben gesloten indien hij hiervan afwist. De koper heeft in deze zaak dus gedwaald. In plaats van vernietiging van de overeenkomst wil de koper opheffing van het nadeel. Dit houdt in dat er wordt gekeken naar het verschil tussen de daadwerkelijke verkoopprijs en de hypothetische verkoopprijs indien koper had geweten van de achtergehouden informatie.
Feiten
Eisers hebben een woning gekocht van gedaagde die op 5 februari 2018 is geleverd aan kopers. Voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst heeft verkoper een door hem ingevulde vragenlijst voor de verkoop van de woning aan kopers verstrekt. Hierin is neergelegd dat er geen problemen bekend zijn met de afvoer van regenwater en dat er geen problemen zijn met de afvoeren van de wastafels, bad en douche.
Op 5 september 2018 is tijdens een hevige regenval water binnengedrongen in de woning waardoor het gehele souterrain onder water is komen te staan. Kopers hebben per e-mail op 24 september 2018 de verkoper aansprakelijk gesteld voor de schade. In reactie heeft verkoper laten weten aansprakelijkheid niet te aanvaarden. Op 26 oktober 2019 hebben kopers aan koper per e-mail laten weten dat de waterschade het gevolg was van gebreken in de aansluiting van de afvoer op de riolering en dat dit al een keer eerder is gebeurd in 2016, maar verkoper hier niets over heeft gezegd. In reactie heeft verkoper gesteld dat er geen sprake is van een gebrek en dat hij met een dergelijk gebrek ook niet bekend was.
Kopers hadden de koop niet door laten gaan, hadden zij van de overstroming dan wel de gebreken afgeweten. Kopers willen de herstelkosten op verkoper verhalen en vorderen wijziging van de gevolgen van de overeenkomst. Het nadeel dat zij bij de instandhouding van de overeenkomst lijden, moet opgeheven worden. Kopers doen een beroep op artikel 6:230 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Beoordeling
Kopers stellen dat zij hebben gedwaald in de zin van artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek en de overeenkomst op grond daarvan kunnen vernietigen. Voor de toepasselijkheid van deze bepaling is vereist dat verkoper een op haar rustende mededelingsplicht heeft geschonden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verkoper zijn mededelingsplicht geschonden door niets te zeggen over de overstroming in 2016. Dit betreft namelijk informatie waarvan een verkoper moet beseffen dat die in de regel voor een koper van belang is bij het nemen van de beslissing om de koop aan te gaan. De rechtbank oordeelt dan ook dat er sprake is van dwaling en kopers de koopovereenkomst niet, althans niet onder dezelfde voorwaarden, zouden hebben gesloten als verkoper hen in kennis had gesteld over de overstroming van 2016.
Conclusie
Wil een beroep op dwaling slagen, dan moet er worden bepaald of er een onjuiste voorstelling van zaken is. Dit wordt bijvoorbeeld bepaald aan de hand van de vraag of de verkoper zijn mededelingsplicht heeft geschonden. Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Het is in ieder geval van belang dat de achtergehouden informatie van zodanig belang moet zijn dat de koper de koopovereenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarde zou hebben gesloten indien hij van deze informatie afwist.
Over de auteur
Nurlan Agayev
LLM