Onrechtmatige daad
Als iemand schade heeft geleden, wordt er vaak een beroep gedaan op de onrechtmatige daad. Maar wanneer is er dan sprake van een onrechtmatige daad en wanneer kan de schade worden vergoed? De onrechtmatige daad is neergelegd in artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. Om iemand succesvol aansprakelijk te stellen op grond van de onrechtmatige daad moet er aan een aantal vereisten worden voldaan.
Onrechtmatige gedraging
Er is sprake van een onrechtmatige gedraging indien het handelen een inbreuk op een recht oplevert of een doen of nalaten in strijd is met een wettelijke plicht. Een doen of nalaten in strijd met “hetgeen volgens het ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt” is eveneens onrechtmatig.
Er is geen sprake van een onrechtmatige daad als er sprake is van een rechtvaardigingsgrond. Denk hier bijvoorbeeld aan iemand die iets doet wat een onrechtmatige gedraging oplevert, maar hierdoor wel een leven red.
Toerekenbaarheid
De onrechtmatige gedraging moet kunnen worden toegerekend aan de dader. Er is sprake van toerekenbaarheid als de dader schuld heeft of de onrechtmatige gedraging in de risicosfeer van de dader valt.
Schade
Naast de toerekenbare onrechtmatige gedraging moet er ook sprake zijn van schade. Er kan namelijk geen schadevergoeding worden verkregen als er geen sprake is van schade.
De opgelopen schade kan bestaan uit vermogensschade of uit immateriële schade. Dit kan gaan om schade door verlies, maar ook bijvoorbeeld gemiste winst wordt aangemerkt als schade.
Causaliteit
De causaliteit houdt in dat de schade het gevolg moet zijn van de onrechtmatige gedraging. Heeft de schade een andere oorzaak dan ligt het natuurlijk niet voor de hand om de schade die iemand niet heeft veroorzaakt te laten vergoeden.
De vraag die gesteld moet worden is of de onrechtmatige gedraging daadwerkelijk schade heeft toegebracht. Daarna moet worden bepaald welke schade en hoeveel schade er te wijten is aan de onrechtmatige gedraging.
Relativiteit
Als laatste moet er nog worden voldaan aan het relativiteitsvereiste. Dit vereiste houdt in dat de geschonden norm moet strekken tot bescherming van de schade die de benadeelde heeft geleden.
Een voorbeeld is het Tandarts-arrest waarbij een tandarts zonder benodigde vergunning als tandarts een praktijk opende. De tandarts werd aansprakelijk gesteld door andere tandartsen, omdat er sprake was van oneerlijke concurrentie. De Hoge Raad heeft geen schadevergoeding toegekend, omdat de verplichting voor het aanvragen van een vergunning is bedoeld ter bescherming van de cliënten en niet ter waarborging van eerlijke concurrentie. Het relativiteitsvereiste gaat dus niet op, aangezien de geschonden norm niet strekt tot bescherming van de schade die benadeelden hebben geleden.
Laat u juridisch bijstaan
Aansprakelijkheid op grond van de onrechtmatige daad kan erg complex zijn. Er moet namelijk naar alle omstandigheden van het geval worden gekeken om te bepalen of er aan de vereisten is voldaan.
Ook wanneer u schadevergoeding wil vorderen en de tegenpartij hier niet in meegaat, is het verstandig om u te laten bijstaan door een jurist. Hoe eerder u contact opneemt, hoe groter de kans op een gunstige uitkomst.